Jeremiah 2:30

30Tevergeefs heb Ik uw kinderen geslagen; zij hebben de tucht niet aangenomen; ulieder zwaard heeft uw profeten verteerd, als een verdervende leeuw.
 geslagen; Zie Isa 1:5 .
,
 tucht Zie Pro 1:2 .
,
 zwaard Zover is het vandaar, dat gij mijne bestraffingen zoudt hebben aangenomen, dat gij daarentegen de profeten, die u van afgoderij afmaanden, als woedende wilde beesten vernield hebt, gelijk geschied is ten tijde van Asa, Joas en Manasse. Zie ook Mat 23:29 , enz.; Luk 11:47 , enz., en Luk 13:34 .
,
 verdervende leeuw Of, vernielende. Zie van het Hebreeuwse woord Jdg 20:21 .
Copyright information for DutSVVA