Jeremiah 20:1
1Als Pashur, de zoon van Immer, de priester (deze nu was bestelde voorganger in het huis des Heeren), Jeremia hoorde, diezelve woorden profeterende, ▼▼ Pashur, Hebreeuws, Paschur.
,
▼▼ zoon Dat is, nakomeling.
,
▼▼ Immer, Op wiens geslacht het zestiende lot in de afdeling der priesters gevallen was. Zie
1Ch 24:14 .
,
▼▼ bestelde Of, een bestelde [of overste ] een voorganger, dat is, [gelijk sommigen verklaren] de tweede na den hoogpriester, gelijk Eleazar was bij zijns vaders Aärons leven,
Num 4:16 , gesteld tot opzicht en regering in Gods huis.