Jeremiah 22:24

24Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere, ofschoon Chonia, de zoon van Jojakim, den koning van Juda, een zegelring ware aan Mijn rechterhand, zo zal Ik u toch van daar wegrukken.
  Chónia, Hebreeuws, Chonjahu; ook genoemd Jechonia, 1Ch 3:16 , en Jojachin, 2Ki 24:6 , 2Ki 24:8 .
,
 zegelring Dat is, nog zo lief en aangenaam jongeling, met verscheiden weldaden van mij versierd en gekroond, en van Davids zaad, dies zij meenden dat de opvolging ongetwijfeld zou zijn, en dat zij van Babel geen nood hadden; zie gelijke manier van spreken Son 8:6 ; Hag 2:24 .
,
 u Hier spreekt God Chonia zelf aan.
,
 Van daar wegrukken Dit kan men verstaan van de rechterhand, of van Jeruzalem, uit het koninklijke hof en uit Joden, vermits zijne wegvoering naar Babel, gelijk volgt.
Copyright information for DutSVVA