Jeremiah 24:1

1De Heere deed mij zien, en ziet, er waren twee vijgenkorven, gezet voor den tempel des Heeren; nadat Nebukadnezar, koning van Babel, gevankelijk had weggevoerd Jechonia, den zoon van Jojakim, den koning van Juda, mitsgaders de vorsten van Juda, en de timmerlieden, en de smeden van Jeruzalem, en hen te Babel gebracht had.
 zien, en ziet, Te weten, een gezicht, of in een gezicht, zulks als volgt. Vergelijk boven Jer 11:18 , en zie Gen 15:1 , en Gen 46:2 ; Amo 7:1 , Amo 7:4 , Amo 7:7 , en Amo 8:1 .
,
  Jechónia, Zie boven Jer 22:24 .
,
 timmerlieden, Hebreeuws, den timmerman, of werkmeester, [betekenende beide timmerlieden en smeden] en den smid, of eigenlijk den slotenmaker; anders: portier, idem, rijken koopman, als die vele koopwaren opsluit, of opgesloten te koop houdt. Alzo 2Ki 24:16 , en onder Jer 29:2 .
Copyright information for DutSVVA