Jeremiah 24:6

6En Ik zal Mijn oog op hen stellen ten goede, en zal hen wederbrengen in dit land; en Ik zal hen bouwen, en niet afbreken; en zal hen planten, en niet uitrukken.
 oog Vergelijk 1Ki 8:29 ; Psa 32:8 ; idem onder Jer 39:12 , en Jer 40:4 , gelijk integendeel het oog tegen iemand te zetten of stellen, ten kwade genomen wordt. Zie Amo 9:4 . De manier van spreken is in het Hebreeuws enerlei, maar wordt door het bijgevoegde verklaard, en het Hebreeuwse woord verklaard op, over, en ook tegen, naar gelegenheid van zaken.
,
 bouwen, Vergelijk Psa 28:5 .
Copyright information for DutSVVA