Jeremiah 25:17-18

17En ik nam den beker van des Heeren hand, en ik gaf te drinken al den volken, tot welke de Heere mij gezonden had; 18Namelijk Jeruzalem en de steden van Juda, en haar koningen, en haar vorsten; om die te stellen tot een woestheid, tot een ontzetting, tot een aanfluiting en tot een vloek, gelijk het is te dezen dage;
 woestheid, Gelijk boven vs.9, 11.
,
 gelijk het is te dezen dage; Vergelijk Deu 4:20 , Deu 4:38 , en Deu 8:18 ; 1Ki 8:24 . Hieruit wordt door sommigen afgenomen dat Jeremia dit beschreven heeft ten tijde van de vervulling dezer profetie. Anders, als [of het ware] te dezen dage; dat is, het zal zo zekerlijk geschieden, alsof men het nu voor ogen zag. De aandachtige lezer kan ook vergelijken 2Ch 29:8 .
Copyright information for DutSVVA