Jeremiah 26:10
10Als nu de vorsten van Juda deze woorden hoorden, gingen zij op uit het huis des konings naar het huis des Heeren; en zij zetten zich bij de deur der nieuwe poort des Heeren. ▼▼ woorden hoorden, Of, dingen, zaken.
,
▼
,
▼▼ HEEREN Dat is, die voor aan des Heeren huis was.
Copyright information for
DutSVVA