Jeremiah 26:19

19Hebben ook Hizkia, de koning van Juda, en gans Juda hem ooit gedood? Vreesde hij niet den Heere, en smeekte des Heeren aangezicht, zodat het den Heere berouwde over het kwaad, dat Hij tegen hen gesproken had? Wij dan doen een groot kwaad tegen onze zielen.
 ooit gedood? Of, enkel gedood. Hebreeuws, dodende gedood.
,
 hij niet den HEERE, Namelijk Hizkia.
,
 berouwde over het kwaad, Gelijk boven Jer 18:8 , en elders dikwijls.
,
 groot kwaad tegen onze zielen Dat is, doen een grote zonde, waarmede wij onszelven het verderf op den hals halen. Vergelijk Num 16:38 , enz.
Copyright information for DutSVVA