Jeremiah 30:23

23Ziet, een onweder des Heeren, een grimmigheid is uitgegaan, een aanhoudend onweder; het zal blijven op het hoofd der goddelozen.
 een onweder des HEEREN, Zie boven Jer 23:19 .
,
 aanhoudend onweder; Of, dat zich vergadert, of een vergaderd onweder; gelijk wij ook zeggen: daar vergadert zich een groot onweder, wanneer de lucht zwart en dik wordt, in het opstaan van een groot onweder. Anders: een vreeslijk, of verschrikkelijk onweder.
,
 blijven op het hoofd der goddelozen Of, pijnlijk, met pijn vallen, beklijven.
Copyright information for DutSVVA