Jeremiah 36:22
22(De koning nu zat in het winterhuis in de negende maand; en er was een vuur voor zijn aangezicht op den haard aangestoken.) ▼ , ▼▼ negende maand; Gelijk boven vs.9.
,
▼▼ en er was een vuur Hebreeuws eigenlijk: en de haard was voor zijn aangezicht aangestoken, of brandende; dat is, een vuur op den haard.
,
▼▼ op den haard aangestoken Sommigen verstaan een vuurpan vol gloeiende kolen, waar men hout op aanstak. Het Hebreeuwse woord wordt alleenlijk in deze plaats alzo gevonden.
Copyright information for
DutSVVA