Jeremiah 37:20-21

20Nu dan, hoor toch, o mijn heer koning! laat toch mijn smeking voor uw aangezicht nedervallen, en breng mij niet weder in het huis van Jonathan, den schrijver, opdat ik aldaar niet sterve.
 laat toch mijn smeking Dat is, laat mij toch met smeken voor u nedervallen; of laat mijn smeken voor of bij u gelden, bevallen, aangenaam zijn; zie boven Jer 36:7 .
,
 breng mij niet weder Dat is, laat mij niet wederbrengen; of, doe mij niet wederkeren.
21Toen gaf de koning Zedekia bevel; en zij bestelden Jeremia in het voorhof der bewaring, en men gaf hem des daags een bol broods uit de Bakkerstraat, totdat al het brood van de stad op was. Alzo bleef Jeremia in het voorhof der bewaring.
  bestelden Jeremia Of, gaven te bewaren, bevalen. Vergelijk boven Jer 36:20 .
,
 voorhof der bewaring, Zie boven Jer 32:2 .
,
 bol broods uit de Bakkerstraat, Zie Jdg 8:5 , met de aantekening.
,
 op was Of, ten einde was, verteerd was.
,
  bleef Jeremia Of, zat.
Copyright information for DutSVVA