Jeremiah 38:27

27Als dan al de vorsten tot Jeremia kwamen, en hem vraagden, verklaarde hij hun, naar al deze woorden, die de koning geboden had; en zij lieten van hem af, omdat de zaak niet was gehoord.
 naar al deze woorden, Dat is, op zulke wijze als de koning hem bevolen had.
,
 lieten van hem af, Zonder meer met hem te spreken, of hem iets te doen. Hebreeuws, zij zwegen, of hielden zich stil van hem af; vergelijk 1Ki 22:3 , en wijders Psa 28:1 , en Job 13:13 .
,
 gehoord Dat is, bekend of ruchtbaar geworden; zij hadden niets daarvan vernomen, en dienvolgens hadden zij geen stof om Jeremia wijders te onderzoeken.
Copyright information for DutSVVA