Jeremiah 4:1

1Zo gij u bekeren zult, Israël! spreekt de Heere, bekeer u tot Mij; en zo gij uw verfoeiselen van Mijn aangezicht zult wegdoen, zo zwerft niet om.
 gij u Alsof God zeide: Zo gij ten enigen tijde van mening zijt u te bekeren, gelijk gij dikwijls voorgeeft te willen doen, zo doe het nu, en doe het oprechtelijk, zonder huichelarij en vermenging van enige afgoderij, gelijk in het volgende verklaard wordt.
,
 verfoeiselen Uw verfoeilijke en afschuwelijke afgoderijen of drekgoden, die bij de verfoeiselen gevoegd worden; Deu 29:17 ; zie 2Ch 15:8 .
,
 zwerft Op bergen en heuvelen, om afgoderij te bedrijven. Zie boven Jer 2:20 , en Jer 3:6 , Jer 3:13 ; of, zo zult gij niet omzwerven; dat is, in ballingschap gaan, en in het volgende: en gij zult zweren.
Copyright information for DutSVVA