Jeremiah 40:2-3

2Want de overste der trawanten liet Jeremia halen, en zeide tot hem: De Heere, uw God, heeft dit kwaad over deze plaats gesproken.
 HEERE, uw God, Aldus spreekt een heiden, tot beschaming der Joden. Hieruit blijkt dat de koning van Babel verstaan had wat Jeremia geprofeteerd had; vergelijk boven Jer 39:11 .
,
 kwaad over deze plaats gesproken Ongeluk, ellende, kwaad der straf.
3En de Heere heeft het doen komen, en gedaan, gelijk als Hij gesproken had; want gijlieden hebt gezondigd tegen den Heere, en Zijner stem niet gehoorzaamd; daarom is ulieden deze zaak geschied.
 deze zaak geschied Of, dit woord aan u geschied; dat is, dit woord des Heeren aan u vervuld; vergelijk boven Jer 39:16 .
Copyright information for DutSVVA