Jeremiah 41:1
1Maar het geschiedde in de zevende maand, dat Ismaël, de zoon van Nethanja, den zoon van Elisama, van koninklijken zade, en de oversten des konings, te weten tien mannen, met hem kwamen tot Gedalia, den zoon van Ahikam, te Mizpa; en zij aten aldaar brood te zamen, te Mizpa. ▼ , ▼ , ▼ , ▼▼ mannen, Elk de zijnen bij zich hebbende, gelijk uit het volgende is af te nemen.
,
▼▼ aten aldaar brood te zamen, Dat is, zij hielden maaltijd, aten en dronken met elkander [zie Gen 31:54 ] , om Gedalia onder schijn van vriendschap te vermoorden, gelijk Absalom zijnen broeder Ammon deed; 2Sa 13:28-29 .
Copyright information for
DutSVVA