Jeremiah 41:10

10En Ismaël voerde het ganse overblijfsel des volks, dat te Mizpa was, gevankelijk, te weten des konings dochteren, en al het volk, die te Mizpa waren overgelaten, die Nebuzaradan, de overste der trawanten, aan Gedalia, den zoon van Ahikam, bevolen had; Ismaël dan, den zoon van Nethanja, voerde ze gevankelijk weg, en toog henen, om over te gaan tot de kinderen Ammons.
 dochteren, Gelijk onder Jer 43:6 . Sommigen verstaan hierdoor enige jonge dochters van koninklijken bloede of staatjonkvrouwen, die Nebukadnezar mag hebben laten blijven, of eerst verborgen geweest zijnde, tevoorschijn komende, aan Gedalia mede bevolen zijn. Vergelijk boven Jer 38:22 , met de aantekening.
,
 Ammons Vergelijk boven Jer 40:14 , en onder vs.15.
Copyright information for DutSVVA