Jeremiah 48:45

45Die voor des vijands macht vluchtten, bleven staan in de schaduw van Hesbon; maar een vuur is uitgegaan van Hesbon, en een vlam van tussen Sihon, en heeft de hoeken van Moab en den schedel der kinderen van het gedruis verteerd.
 bleven staan in de schaduw van Hesbon; Dat is, namen hunne toevlucht in de koninklijke stad Hesbon, menende aldaar geborgen en beschermd te zijn.
,
 vuur is uitgegaan van Hesbon, Zie Num 21:28 . De zin is: Gelijk te dien tijde de overhering des lands van Hesbon begon, zo zal het nu ook geschieden, zodat zich daar niemand zal kunnen bergen.
,
 van tussen Sihon, Dat is, uit het midden der stad, die Sihon den Moabieten eertijds benomen had; Num 21:26 .
,
 kinderen van het gedruis verteerd Der Moabieten, die zo groot gewoel maakten en zo hoog pochten en snorkten. Vergelijk boven Jer 46:17 , met de aantekening.
Copyright information for DutSVVA