Job 16:10
10Zij gapen met hun mond tegen mij; zij slaan met smaadheid op mijn kinnebakken; zij vervullen zich te zamen aan mij. ▼▼ Zij gapen Hij meent de werktuigen, of instrumenten, die God gebruikte om hem door velerlei kastijdingen te beproeven; maar voornamelijk schijnt hij te zien op Elifaz en zijn metgezellen, die tegen hem den mond opengedaan hadden om hem schandelijk te veroordelen, als een, die verlaten was van God. Vergelijk Psa 35:21 .
,
▼
,
▼
Copyright information for
DutSVVA