Job 17:3

3Zet toch bij, stel mij een borg bij U; wie zal hij zijn? Dat in mijn hand geklapt worde.
 Zet toch bij, Te weten, borgtocht of pand, Job keert zich tot God, wensende dat hij over het geschil, dat hij met zijn vrienden had, met God zou mogen pleiten, om zijn recht alzo voor Hem te verdedigen. Vergelijk boven, Job 16:21 .
,
 stel mij Te weten, die van uwentwege beloven zal, dat Gij in het recht met mij zult treden, en vasthouden aan hetgeen billijk zal bevonden worden.
,
 in mijn hand Te weten, van den borg, tot verzekering van hetgeen hij voor u beloven zal. Dit was een manier van doen, gebruikelijk onder degenen, die in hun samenhandelingen elkander ter trouw wat beloven wilden. Zie Pro 6:1 , en Pro 11:15 , en Pro 17:18 , en Pro 22:26 .
Copyright information for DutSVVA