Job 18:20

20Over zijn dag zullen de nakomelingen verbaasd zijn, en de ouden met schrik bevangen worden.
 zijn dag Dat is, den dag zijns ondergangs van God gesteld om zijn rechtvaardig oordeel tegen hem uit te voeren. Alzo Eze 21:25 ; en alzo is door een menselijken dag te verstaan een menselijk oordeel, 1Co 4:3 . Vergelijk boven, Job 15:32 , en de aantekening.
,
 nakomelingen Dat is, die na hem leven zullen.
,
 de ouden Of, voorgaande; dat is, die voor de nakomelingen geweest waren, en leefden niet alleen als hij nog in zijn weelde was, maar ook daarna, als hij een schrikkelijk einde nam.
,
 met schrik Het Hebreeuwse woord betekent zulk een schrik, waardoor een mens de haren te berge staan. Alzo Eze 27:35 , en Eze 32:10 . De zin is uitgedrukt boven, Job 4:15 .
Copyright information for DutSVVA