Job 19:3
3Gij hebt nu tienmaal mij schande aangedaan; gij schaamt u niet, gij verhardt u tegen mij. ▼▼ tienmaal Dat is, dikwijls; een zeker getal voor een onzeker. En alzo wordt het getal van tien menigmalen gebruikt; zie
Gen 31:7 .
,
▼▼ verhardt u Of, verstijft; dat is, zo onbeschaamdelijk en hardnekkiglijk tegen mij twist? Anders, [zo] vreemd tegen mij stelt?