Job 21:33

33De kluiten des dals zijn hem zoet, en hij trekt na zich alle mensen; en dergenen, die voor hem geweest zijn, is geen getal.
 De kluiten De zin is, dat het graf hem een plaats is als naar zijn wens, zijnde daar met vrede zonder zorg, en zonder kennis van het kwaad, dat na zijn dood zijn kinderen zou mogen overkomen. De profeet spreekt van het dode lichaam als van een levenden persoon.
,
 trekt na De zin is, dat hij hen al heeft na hem volgende; want een ieder is gesteld eenmaal te sterven. Hierom, ten aanzien van den lichamelijken dood, wedervaart den bozen anders niet dan dat in het algemeen allen moet overkomen.
,
 voor hem Hebreeuws, voor zijn aangezicht; dat is, eer hij stierf is het getal oneindig geweest dergenen, die gestorven waren.
Copyright information for DutSVVA