Job 22:8
8Maar was er een man van geweld, voor dien was het land, en een aanzienlijk persoon woonde daarin. ▼▼ van geweld, Hebreeuws, een man des arms; dat is, die geweld pleegde en de lieden verdrukte; voor dien steldet gij het land open. Vergelijk deze manier van spreken met de aantekening boven,
Job 11:2 . Arm voor geweld; alzo onder,
Job 35:9 , en
Job 38:15 .
,
▼▼ aanzienlijk persoon Hebreeuws, aangenomen van aangezicht; dat is, die men om enige uiterlijke hoedanigheid vóór anderen stelde, die van geringer aanzien waren. Zie van dusdanige aanneming, of aanzien,
Lev 19:15 .