Job 23:3-4

3Och, of ik wist, dat ik Hem vinden zou, ik zou tot Zijn stoel komen;
 Och, Hebreeuws, wie zal geven, ik heb geweten, en ik zal hem vinden. Zie van deze manier van wensen boven, Job 6:8 .
,
 Hem Te weten, God.
,
 stoel Te weten, niet zijner strenge gerechtigheid, maar van zijn vriendelijke genade en vertrouwen, niet van enige volmaaktheid voor God, maar van onschuld voor de mensen.
4Ik zou het recht voor Zijn aangezicht ordentelijk voorstellen, en mijn mond zou ik met verdedigingen vervullen.
 het recht Dat is, mijn rechtzaak. Vergelijk Num 27:5 , en 1Ki 8:45 .
,
 ordentelijk Dat is, ordelijk aandienen, beleiden en verweren.
,
 met verdedigingen Dat is, met redenen om mijn zaak te verdedigen; te weten, om te tonen en waar te maken dat ik geen huichelaar ben, waarvoor ik van deze mijn vrienden gehouden word. Zie van het Hebreeuwse woord boven, Job 13:6 .
Copyright information for DutSVVA