Job 23:4

4Ik zou het recht voor Zijn aangezicht ordentelijk voorstellen, en mijn mond zou ik met verdedigingen vervullen.
 het recht Dat is, mijn rechtzaak. Vergelijk Num 27:5 , en 1Ki 8:45 .
,
 ordentelijk Dat is, ordelijk aandienen, beleiden en verweren.
,
 met verdedigingen Dat is, met redenen om mijn zaak te verdedigen; te weten, om te tonen en waar te maken dat ik geen huichelaar ben, waarvoor ik van deze mijn vrienden gehouden word. Zie van het Hebreeuwse woord boven, Job 13:6 .
Copyright information for DutSVVA