Job 27:23

23Een ieder zal over hem met zijn handen klappen, en over hem fluiten uit zijn plaats.
 Een ieder Te weten, die hem in zijn ongeluk zal zien en verstoten uit zijn plaats.
,
 handen klappen, Te weten, tot een teken dat men hem veracht en bespot. Alzo Lam 2:15 ; Eze 25:6 ; Zep 2:15 .
,
 over hem Zie 1Ki 9:8 .
,
 zijn plaats Te weten, desgenen die schuifelt, of des goddelozen, waarover geschuifeld wordt.
Copyright information for DutSVVA