Job 28:26

26Als Hij den regen een gezette orde maakte, en een weg voor het weerlicht der donderen;
 orde maakte, Te weten, hoe, waar, wanneer en waartoe Hij den regen, donder, bliksem, enz., zou laten vallen.
,
 een weg Vergelijk onder, Job 38:25 .
,
 der donderen; Hebreeuws, der stemmen. Alzo Exo 9:23 ; 1Sa 7:10 ; onder, Job 37:4-5 ; Psa 29:3 .
Copyright information for DutSVVA