17En ik verbrak de baktanden des verkeerden, en wierp den roofuit zijn tanden. ▼
▼ de baktanden Dat is, het geweld der onrechtvaardige mensen, die de armen en zwakken zochten te verdrukken. Zie gelijke manier van spreken Psa 3:8 , en Psa 57:5 , en Psa 58:7 ; Pro 30:14 ; Joe 1:6 .