Job 29:6
6Toen ik mijn gangen wies in boter, en de rots bij mij oliebeken uitgoot; ▼▼ wies in boter, Het is een overtollige manier van spreken, betekenende groten overvloed van boter, niet ongelijk degenen, die wij hebben Gen 49:11-12 , en die hier in de naaste woorden ligt.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA