Job 30:8
8Zij waren kinderen der dwazen, en kinderen van geen naam; zij waren geslagen uit den lande. ▼▼ dwazen, Zie de betekenis van dit woord
1Sa 25:25 . Anders, zij waren dwaze lieden, ja lieden zonder naam.
,
▼▼ van geen naam; Dat is, zonder eer en achting in de wereld. Het tegendeel zijn mannen van naam. Zie
Gen 6:4 , en de aantekening.
,
▼▼ zij waren geslagen Dat is, verdreven en uitgesmeten. Anders, verworpener, of, nedergedrukter dan de aarde; te weten, door der mensen verachting.