9Maar nu ben ik hun een snarenspel geworden, en ik ben hun tot een klapwoord. ▼
▼ hun een snarenspel Dat is, waarvan zij zingen, spelen en klappen, blijde zijnde over mijn ellende en daarmede den spot drijvende. Vergelijk boven, Job 17:2 , Job 17:5-6 ; Psa 35:15 , en Psa 69:13 ; Lam 3:14 ; Eze 33:32 .