Job 31:32

32De vreemdeling overnachtte niet op de straat; mijn deuren opende ik naar den weg;
 den weg; Dat is, tegenover 's heren straat, om de voorbijgaande reizende lieden alzo in mijn huis te ontvangen; of, voor den reizenden man zie boven, Job 6:19 .
Copyright information for DutSVVA