Job 33:2
2Zie nu, ik heb mijn mond opengedaan; mijn tong spreekt onder mijn gehemelte. ▼
,
▼▼ onder Of, met mijn raak, of gehemelte; dat is in mijn mond. Het gehemelte helpt tot de spraak, boven,
Job 29:10 ; daarom wordt hetzelve ook de spraak toegeschreven. Zie boven,
Job 31:30 ;
Pro 8:7 .