Job 33:2

2Zie nu, ik heb mijn mond opengedaan; mijn tong spreekt onder mijn gehemelte.
 ik heb Den mond opendoen is dikwijls met zeer groten ernst van gewichtige zaken spreken, of een statig verhaal aanvangen, gelijk hier en Jdg 11:35 ; Psa 78:2 ; Pro 24:7 , en Pro 31:8-9 , Pro 31:26 .
,
 onder Of, met mijn raak, of gehemelte; dat is in mijn mond. Het gehemelte helpt tot de spraak, boven, Job 29:10 ; daarom wordt hetzelve ook de spraak toegeschreven. Zie boven, Job 31:30 ; Pro 8:7 .
Copyright information for DutSVVA