Job 35:7-8

7Indiën gij rechtvaardig zijt, wat geeft gij Hem, of wat ontvangt Hij uit uw hand?
 Hem, Versta, niet met al; dat is, Hij heeft geen voordeel of baat van uw gerechtigheid. Vergelijk Psa 16:2 , en Psa 50:10-12 .
8Uw goddeloosheid zou zijn tegen een man, gelijk gij zijt, en uw gerechtigheid voor eens mensen kind.
 tegen een man, Te weten, om hem te beschadigen.
,
 voor Te weten, om hem voordelig te zijn en enige weldaad te bewijzen.
,
 mensen kind Zie 1Ki 8:39 .
Copyright information for DutSVVA