Job 42:11
11Ook kwamen tot hem al zijn broeders, en al zijn zusters, en allen, die hem te voren gekend hadden, en aten brood met hem in zijn huis, en beklaagden hem, en vertroostten hem over al het kwaad, dat de Heere over hem gebracht had; en zij gaven hem een iegelijk een stuk gelds, een iegelijk ook een gouden voorhoofdsiersel. ▼ , ▼▼ die hem te voren Dat is, zijn goede bekenden, met wie hij gemeenzaamlijk tot onderhouding van goede vriendschap verkeerd had.
,
▼
,
▼
,
▼
,
▼
,
▼
Copyright information for
DutSVVA