Job 5:22
22Tegen de verwoesting en tegen den honger zult gij lachen, en voor het gedierte der aarde zult gij niet vrezen. ▼▼ zult gij lachen, Dat is, gij zult hen belachen, verachten, en daarom niet bezwaard zijn. Lachen, voor verachten, gelijk onder,
Job 39:10 , ob 39:25 ;
Psa 2:4 , en
Psa 37:13 ;
Pro 31:25 .