Job 6:19

19De reizigers van Thema zien ze, de wandelaars van Scheba wachten op haar.
 reizigers Hebreeuws, paden. Versta door dezen de scharen en hopen der lieden, reizende op de gemene wegen en straatbanen. Vergelijk Gen 37:25 ; Jdg 5:6 ; idem onder, Job 31:32 ; Isa 21:13 . In de volle manier van spreken worden zij genaamd, die over weg gaan; Isa 33:8 .
,
 Thema Zo wordt Arabië genoemd, omdat het bewoond was van de nakomelingen van Thema, den zoon van Ismaël, Gen 25:15 , die te onderscheiden is van Theman, een zoon van Ezau, naar welken Elifaz vernoemd wordt, Job 2:11 .
,
 zien ze, Te weten, die stromen en beken, meenden, daarin water tot lafenis en verversing te vinden, maar werden bedrogen. Zien is hier iets met grote begeerte verlangen, gelijk Psa 34:6 , en Psa 92:12 .
,
 wandelaars Hebreeuws, de wegen, of gangen. Vergelijk de voorgaande aantekening op het woord reizigers.
,
 Scheba Zie boven, Job 1:15 .
Copyright information for DutSVVA