Job 9:11
11Zie, Hij zal voor mij henengaan, en ik zal Hem niet zien; en Hij zal voorbijgaan, en ik zal Hem niet merken. ▼▼ zal voor mij Te weten, met getuigenissen zijner wijsheid, mogendheid, goedheid en rechtvaardigheid, die Hij in zijn werken alleszins uitdrukt, en van ons laat aanschouwen, die nochtans ten volle van ons niet kunnen doorgrond worden;
Rom 11:33 .
,
▼▼ zal voorbijgaan, Hebreeuws, veranderen; te weten, van plaats; menselijk van God gesproken, ten aanzien van zijn werken, die Hij doet in toorn of genade. Zie boven,
Job 4:15 .