Job 9:18
18Hij laat mij niet toe mijn adem te verhalen; maar Hij verzadigt mij met bitterheden. ▼▼ mijn adem Hebreeuws, mijn geest weder te brengen; dat is, enig respijt of verlichting te hebben, maar Hij houdt doorgaans aan om mij met deze plagen op te vullen en gelijk te verstrikken. Vergelijk boven,
Job 7:4 , geest voor adem. Alzo onder,
Job 19:17 .
,
▼▼ bitterheden Dat is, droevige plagen. Vergelijk
2Ki 4:27 .