John 10:11

11Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen.
 Herder; de goede Namelijk van God tevoren beloofd, Eze 34:23 ; Zec 13:7 , en elders. Tevoren heeft Hij zichzelven de deur genoemd, hier noemt Hij zich den herder; beide past zeer wel op Hem ten verscheiden aanzien.
,
 leven voor de schapen Grieks ziel.
Copyright information for DutSVVA