John 11:41-42

41Zij namen dan den steen weg, waar de gestorvene lag. En Jezus hief de ogen opwaarts, en zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij gehoord hebt.
 lag Grieks was liggende.
,
 zeide Vader, Christus bidt Zijnen Vader, niet omdat Hij als Zoon Gods de macht niet zou hebben om doden te verwekken, Joh 5:21 ; maar omdat Hij als Middelaar Zich in het gebruik dezer macht den wil des Vaders had onderworpen; Phi 2:7-8 ; Heb 10:7 .
42Doch Ik wist, dat Gij Mij altijd hoort; maar om der schare wil, die rondom staat, heb Ik dit gezegd, opdat zij zouden geloven, dat Gij Mij gezonden hebt.
Copyright information for DutSVVA