John 15:1-2

1Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman.
 ben de ware Dat is, ik mag met waarheid bij een wijnstok vergeleken worden, mijn Vader bij een wijngaardenier, en gij mijne discipelen bij wijnranken, vs.5. Het schijnt dat Christus in het uitgaan, enige wijngaarden voorbij of doorgaande, oorzaak daaruit genomen heeft deze gelijkenis voor te stellen; gelijk Hij meermalen gedaan heeft, bij dergelijke gelegenheden. Zie Joh 4:10 , Joh 4:32 , Joh 4:35 .
,
 Landman Dat is, de wijngaardenier, die mij daartoe geordineerd en gelijk als geplant heeft, en die de ranken besnoeit, en daarop acht heeft.
2Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage.
 Alle rank, Grieks alle rank in mij geen vrucht dragende; dat is, een iegelijk die mij uiterlijk alleen belijdt, en evenwel van harte niet gelooft.
,
 vrucht draagt, Namelijk des geloofs in zijn leven niet voortbrengt.
,
 neemt Hij weg; Dat is, Hij snijdt ze af, en werpt ze uit Zijne gemeenschap.
,
 reinigt Hij, Dat is, Hij zuivert ze, namelijk door Zijn Woord en Geest, en ook door kruis en lijden.
Copyright information for DutSVVA