Jonah 2:3
3Want Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeën, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen. ▼▼ Gij hadt mij geworpen in de diepte, Door de hand der schippers, welker doen Gij regeerdet.
,
▼▼ het hart der zeeën, Dat is, midden in de diepte der zee. Verg.
Deu 4:11 ;
Eze 27:4 met de aantekening.