Jonah 2:8
8Die de valse ijdelheden onderhouden, verlaten hunlieder weldadigheid. ▼▼ de valse ijdelheden onderhouden Hebr. ijdelheden der valsheid, of der leugen, der nietigheid, vergeefsheid; dat is, die de afgoden in nood aanroepen en danken als hun goed is geschied; zie
2Ki 17:15 ;
Psa 31:7 , en
Psa 62:11 ;Jer. 2:5,
Jer 2:11 , met de aantekening.
,
▼▼ verlaten hunlieder weldadigheid Dat is, zij gedenken en behartigen de weldadigheid of goedertierenheid niet, die Gij hun bewezen hebt, maar schrijven het ondankbaar hunnen afgoden toe; of zij verlaten U, die hun weldoen en de enige ware God zijt; zie
Psa 59:11 ;
Jer 2:2 , met de aantekening.