Joshua 11:16-17

16Alzo nam Jozua al dat land in, het gebergte, en al het zuiden, en al het land van Gosen, en de laagte, en het vlakke veld, en het gebergte Israëls, en zijn laagte.
 het land van Gosen, Zie boven, Jos 10:41.
,
 Israëls, Dat is, waarin Israël gewoond heeft, of hetwelk den stammen Israëls, [uitgenomen Juda] ten deel gevallen was; die van den stam van Juda hadden hun eigen gebergte, gelijk blijkt vs.21.
17Van den kalen berg, die opwaarts naar Seir gaat, tot Baäl-gad toe, in het dal van den Libanon, onder aan den berg Hermon; al hun koningen nam hij ook, en sloeg hen, en doodde hen.
 kalen berg, Aldus wordt deze berg genaamd, omdat hij kaal, of zonder bomen, gras of kruid was. Anderen behouden het Hebreeuwse woord Halack, als zijnde een eigennaam.
Copyright information for DutSVVA