Joshua 24:12

12En Ik zond horzelen voor u heen; die dreven hen weg van ulieder aangezicht, gelijk de beide koningen der Amorieten, niet door uw zwaard, noch door uw boog.
 horzelen Hebreeuws, de horzel
,
 gelijk Hij wil zeggen: gelijk gij tevoren de beide koningen der Ammorieten verdreven hebt, te weten Sihon en Og. Zie onder, vs.18.
,
 uw zwaard, Versta hieronder ook alle andere wapenen, gelijk Gen 48:22; Psa 7:13, en Psa 44:4, Psa 44:7. De zin dezer woorden is dat hun zwaarden en bogen tevergeefs zouden geweest zijn, ten ware God de Heere hun vijanden had verdelgd.
Copyright information for DutSVVA