Joshua 5:14-15

14En Hij zeide: Neen, maar Ik ben de Vorst van het heir des Heeren: Ik ben nu gekomen! Toen viel Jozua op zijn aangezicht ter aarde en aanbad, en zeide tot Hem: Wat spreekt mijn Heere tot Zijn knecht?
 Neen, Te weten, Ik behoor uw vijanden niet toe.
,
 de Vorst Te weten, Christus, die over het leger der Israëlieten, welke des Heeren volk zijn, zorg draagt.
,
 aanbad, Want hij kende Hem te zijn de ware God. Indien dit maar een geschapen engel geweest ware, Hij zou niet geleden ehbben dat men hem alzo zou geëerd hebben, gelijk te zien is Rev 19:10, en Rev 22:9.
15Toen zeide de Vorst van het heir des Heeren tot Jozua: Trek uw schoenen af van uw voeten; want de plaats, waarop gij staat, is heilig. En Jozua deed alzo.
 Trek uw schoenen af Dit heeft ook God Mozes bevolen Exo 3:5. Zie ook Act 7:33.
,
 heilig Hebreeuws, heiligheid. Waarom was deze plaats heilig? Omdat de Heere haar door zijn bijzondere tegenwoordigheid geheiligd had. Zie Exo 3:5, en de aantekeningen aldaar.
Copyright information for DutSVVA