Lamentations 1:9

9

Teth

. Haar onreinheid is in haar zomen, zij heeft niet gedacht aan haar uiterste, daarom is zij wonderbaarlijk omlaag gedaald; zij heeft geen trooster. Heere, zie mijn ellende aan, want de vijand maakt zich groot.
 Haar onreinheid Dat is, haar lelijke zonden; ene manier van spreken, genomen van de onreinheid der vrouwen. Dit zijn de woorden der godzalige gemeente, belijdende de rechtvaardigheid Gods in het straffen der hardnekkige onboetvaardige zondaars.
,
 is in haar zomen, Dat is, merkelijk te zien; de tekenen der schandelijke zonden, die zij begaan heeft, hangen haar nog aan. Zie de aantekening Lev 18:6 , en vergelijk Jer 13:22 , Jer 13:26 .
,
 aan haar uiterste, Of, aan haar einde; dat is, zij ging voort in haar goddeloos leven, niet denkende dat haar eens rekening zou afgeëischt worden van haar doen en laten, en dat zij alsdan hare straf zou te dragen hebben; zie Ecc 7:8 .
,
 wonderbaarlijk omlaag gedaald; Dat is, op een schielijke en vreemde manier. Het koninkrijk van Juda is na den dood van den koning Josia in twee en twintig jaren teniet gegaan.
,
 zij heeft geen trooster Daar is niemand, die haar met raad of daad bijstand doet, vs.7.
,
 HEERE, Dit zijn de woorden der overgebleven burgers van Jeruzalem, of van het volk Gods aldaar.
,
 zie mijn ellende aan, Versta hierbij: en verlos mij uit dezelve. Zie Psa 31:8 ; Act 7:34 .
,
 maakt zich groot Dat is, de vijand verheft zich. Zie de aantekening Psa 35:26 , en Psa 38:17 .
Copyright information for DutSVVA