‏ Lamentations 2:3

3

Gimel

. Hij heeft, in ontsteking des toorns, den gehelen hoorn Israëls afgehouwen; Hij heeft Zijn rechterhand achterwaarts getrokken, toen de vijand kwam, en Hij is tegen Jakob ontstoken als een vlammend vuur, dat rondom verteert.
 in ontsteking des toorns, Dat is, in zijn groten toorn, gelijk Deu 29:24 .
,
 den gehelen hoorn Dat is, al de macht en heerlijkheid van het Joodse volk; zie Deu 33:17 ; 1Sa 2:1 ; Jer 48:25 .
,
 Hij heeft Zijn rechterhand Dat is, Hij heeft ons zijne macht, bijstand en gunstige hulp onttrokken.
,
 toen de vijand kwam, Hebreeuws, van, of voor het aangezicht des vijands. De zin is dat Hij de Israëlieten niet helpen wilde toen zij voor den vijand vluchtten.
,
 tegen Jakob ontstoken Tegen de nakomelingen van Jakob, doch inzonderheid tegen den stam van Juda.
Copyright information for DutSVVA