Lamentations 3:10-11

10

Daleth

. Hij is mij een loerende beer, een leeuw in verborgen plaatsen.
 Hij is mij een loerende beer, Of, Hij heeft op mij geloerd als een beer, enz.; vergelijk Job 10:16 ; Isa 38:13 ; Hos 5:14 , en Hos 13:8 ; Amo 5:19 .
,
 een leeuw in verborgen plaatsen Een leeuw, schuilende in zijn hol en loerende op de mensen of beesten, die voorbijgaan, om die te betrappen en te verslinden. Zie deze gelijkenis ook Hos 5:14 , en Hos 13:7 .
11

Daleth

. Hij heeft mijn wegen afgewend; en Hij heeft mij in stukken gebroken; Hij heeft mij woest gemaakt.
 Hij heeft mijn wegen afgewend; Dat is, Hij heeft mijne daden geheel tot een ander einde gewend dan ik gemeend had. Anders: Als mijne wegen wederspannig [of afwijkende] zijn, zo verbreekt of verscheurt Hij mij.
,
 en Hij heeft mij Dat is, Hij heeft zo den kerkestand als de politie verscheurd en te schande gemaakt.
,
 in stukken gebroken; Gelijk een schaap, dat in de klauwen der leeuwen of der beren vervalt.
,
 Hij heeft mij woest gemaakt Dat is, Hij heeft mij beroofd van mijne vrienden, goederen en alle behulpzame middelen, zodat ik niets behouden heb.
Copyright information for DutSVVA